dagboekfragment uit 1988
De tekenaar is 79 jaar
Jaloezie. Het woord neerschrijven is een levensgevoel aanduiden. Nu is Bert bezig met het opzetten van een ontwerp dat hij vanavond als opdracht kreeg. Ik kan me indenken met wat voor triomfantelijke werklust hij zich op zo'n karwei richt. Zo was ik vroeger op die plaats in m'n huis ook bezig.
Ik ben niet op de club waar ik zo graag op vrijdagmiddag ben. De verontschuldiging? Ik belde met onze leidster: het lijkt me beter vanwege mijn zwakke conditie verstek te laten gaan.
Hoewel ik afgebeld heb voor deze middag, begin ik nu, rond het aanvangsuur van de studiemiddag, me onrustig te voelen. Zou ik toch niet een taxi nemen en het proberen? De dokter raadde me aan er mee bezig te blijven. Hoe kwam ik er toch bij vanmorgen de telefoon te nemen en me te verontschuldigen? Onder dit geschrijf kijk ik af en toe op de klok. Nog een paar minuten en het werk wordt ter vergelijking opgehangen. In gedachten ben ik daar bij.
Verleden week lukte het me een halve middag mee te doen. Ook toen had ik afgebeld, maar 's middags kon ik het niet laten me toch te laten zien. En hoe pover ook mijn werk afstak bij de kwaliteit van het werk van de oude dames, ik had in elk geval wat gepresteerd. En nu zit ik spijtig te doen en moet ik dat zo nodig opschrijven. Maar o, ik verlang zo nog een kans te krijgen.
"Daantje, laat het er bij zitten." Zeiden de medewerksters. Lies vooral weet het smeuïg te zeggen, schertsend, maar toch ook met een zekere ernst: "Daniël, pas op voor de leeuwenkuil."
Op haar leeftijd komt de 92 jarige Lou, mevrouw Van Lamsweerde, elke vrijdag met de auto uit Bloemendaal.
Ik had moeizame gesprekken, uren lang, met Arthur, m'n kleinzoon. Die heeft z'n vrije gedachten en is ver weg gezworven van onze opvoeding die uitging van doop, verbond en kerk. Het is opvallend hoe hij zich wil inleven in wat opa beweegt. Hij is innemend, blijft bij me, hij peilt. Wat is dat toch sympathiek. Geduldig, vanuit een genegenheid, wil hij helpen.