dagboekfragment uit 1961
De tekenaar is 52 jaar
Op koninginnedag was ik met Danie op de Dam en heb het bonte feestgedoe in Amsterdam voor 't eerst bekeken, schetsboek en tekenstift in de aanslag. Van de schilderachtige tafereeltjes daar maakte ik dan een krabbel, daarbij direct op de vingers gekeken door glurende omstanders.
De gekste hoedjes boven de meest dwaze vervormingen van gezicht en lichaam zag ik. Die Amsterdamse jongens en meisjes kunnen er wat van; een soort carnaval in 't klein. De man met de ballonnen, het pierement, de poppenkast, fantastisch was het.
Mannen met kinderen op de arm gingen op hun tenen staan om over de brede haag van mensen heen te kijken naar een groep volksdansende Joodse jongens en meisjes. In het centrum van het Damplein was dat wel het meest fascinerende, ontroerende middelpunt.
Een wit bord liet met getekende letters de bedoeling zien van wat hier gebeurde:
"Help de jonge staat Israël."
Een oude Joodse man met een mooi en bezield gezicht stond midden in de kring en leidde met zijn tamboerijn de Jiddische dansen.
Ik zag ze tegen de achtergrond van de gruwelijkheid die uit de publicaties om het Eichmanproces elke dag op je aangolft. Een zee van gruwzame verschrikkingen van dood en verderf. Vaders en moeders, zusjes en broertjes zonken weg.
En nu hier deze vitaal zingende en dansende overgeblevenen. Ze dansen in de vrijheid van deze koninginnedag op onze Amsterdamse Dam. De wapperende kleuren van onze vlag glimlachten in de kille wind tegen het grijs van het oude Koninklijk Paleis. Wat een fijne belevenis. Een lach en een traan. Iets schoons.
"Kijk eens pappa, het zijn er bijna twintig."
Danie is wel m'n meest aanhankelijke kleine jongen. Hij hangt graag om me heen. Deze week ging hij alle dagboeken die hij bij elkaar vinden kon, opstapelen.
Ik lag op bed met een flinke kou en had ik er alle tijd voor om hem te laten doen wat hij wilde. IJverig was ie aan 't uitzoeken. Vanaf het jaar 1925 moest de volgorde kloppen.
Wat voor doel heeft dat geschrijf allemaal?