dagboekfragment uit 1975
De tekenaar is 66 jaar
Een blik op de wand van onze achterkamer brengt me bij het portretmodel van die middag: mevrouw van Zutphen. Het bezig zijn aan het door mij meegebrachte model zou een aanleiding kunnen zijn tot zo'n beschrijving.
Wat er in je, om je, voor je gebeurt, al kijkend en opnemend. Alles tracht je uit jezelf te halen wat je aan mogelijkheden hebt. Wat je ogen zien wil je op een vel papier registreren met een houtskoollijn of met Siberisch krijt. Mijn laatste studies zijn overigens met pastel op een soort velourpapier.
Je wilt omvatten wat je voor je ogen ziet zitten of staan, en wat je door je heen voelt gaan. Dan is er het moment van vervoering, de voldoening, omdat wat onder je handen groeit niet alleen lijkt, maar in de roos is. Er zit ruimte in.
Tussen hoop en vrees, in de beschikbare minuten, moet je opzetten en uitzetten: vlakken lijnen, volumes, tinten, kleuren. Je moet benaderen wat als een fenomeen voor je verschijnt, een levend mens. Je bent verplicht hals, ogen, neus, mond enzovoort op z'n plaats en in z'n gewone verband te zetten, maar toch met het unieke dat juist deze mens van de ander onderscheidt. Het typisch eigene moet je vatten van juist deze ene mens.
Als tekenaar sta je stil voor je ezel en je weet je tot in merg en been in beweging. Door onmachtsgevoelens heen, over struikelgevaarlijke paden en langs mislukkingravijnen worstel je naar het complement van wat je voor je ziet.
Je bereikt het 'hé hé moment' van het 'ja, zo moest het', van het 'ik kwam ongeveer daar waar ik zijn wou', of gewoon "ik heb lekker gewerkt."
En al mag dan soms het resultaat pover zijn of er gedeeltelijk naast, de training heeft de belofte in zich van de top waar je weer een beetje dichterbij gekomen weet. Dat geeft de voldoening die je dankbaar naar de werkplaats van dit unieke museum kan doen omzien. Dat je hiervan gebruik mocht maken, in deze omgeving met het werk van de man wiens leven opbrandde in de zucht:
"Ik wil dat men, mijn werk ziende, zeggen zal: die man voelt fijn en die man voelt diep."
(uit een brief van van Gogh.)