dagboekfragment uit 1973
De tekenaar is 64 jaar
In het van Goghmuseum doe ik morgen mee aan portrettekenen. Ik bracht een bezoeker (met wandelstok) naar de tram en maakte een avondwandeling, fris als een hoentje en bladerde daarna, als een soort voorstudie, het dagboek van Van Gogh nog eens door. Je zou iets moeten kunnen maken met de rake typeringen van Van Gogh zelf.
Dat viel echter niet mee met die rake typering. In het van Goghmuseum waren er teveel om het model Henk van Ulsen geschaard toen ik me met m'n veldezel er op een te grote afstand tussenin wrong.
Maar ik maakte een opvallende studie. Een mevrouw, die zei bezig te zijn met een boek over van Ulsen, was zeer geïnteresseerd. Ze vond mijn portret boeiend en goed. Zelf vond ik het maar redelijk.
Buiten stroomde de regen en daardoor werd ik langer in het museum vastgehouden dan m'n bedoeling was. Ik tekende wat Chinese of Japanse types die in de creatieve afdeling aan het werk waren. Een nogal exotisch gekleed Japans meisje in kniebroek en met een geblokte grote pet op poseerde een poosje voor me.
Ik nam m'n weg door het zonnige en schaduwrijke Vondelpark waar de 'zwervers' lagen, zaten, vrijden, naar de stad en draalde even voor Cineac. De voorstelling van Walt Disney tekeningen begon te laat om erop te wachten.
Er loopt in alle bioscopen deze week een filmjournaal met daarin het tekenen van de toneelfiguur Henk van Ulsen in het van Gogh museum. Ik zou zeker een minuut in het beeld zijn, volgens hen die het zagen. Toen ik probeerde aan de weet te komen of dat journaal nog draaide, hoorde ik van een man van Alhambra, die het dus weten kon: "Het is er juist uitgenomen."
"Je moet het licht uitdoen als je er niet meer bent."
Dit op een enigszins verstoorde toon tot mij gerichte woord van m'n vrouw tekent iets van het huiselijk klimaat. Maar ook kan het iets van de bezuinigingssituatie tekenen waarin ons land en een groot deel van de wereld zich bevindt.
Zojuist heeft minister president Den Uyl ons volk toegesproken en de situatie toegelicht. Hij drong aan op versobering in het energiegebruik in verband met de vermindering van de olietoevoer naar ons land. De Arabische olielanden nemen maatregelen, ook tegen ons land, vanwege, zoals het heet, onze niet neutraliteit inzake de oorlog in het Middenoosten, de strijd van de Arabische landen, Egypte voorop, tegen Israël.
Daarin werd Israël plotseling overvallen door Egypte en Syrië + een reeks van staten en staatjes. Een numerieke meerderheid scheen de strijd aanvankelijk tot een hachelijke zaak voor Israël te maken. Maar na enige weken gruwelijke oorlog, kwam voor Israël (gesteund door Amerikaans wapenarsenaal) een keer die Egypte en z'n bondgenoten tot een bestand dwong dat nu nog duurt.
Het derde Egyptische leger werd in de Sinaï door Israëli's ingesloten en afgesneden van z'n achterland. Het Israëlische leger opereerde op Egyptisch gebied aan de overzijde van het Suezkanaal en sneed de toevoerwegen van Suez naar Cairo af.
Onder druk van de VN en Rusland en Amerika kwam er een wapenstilstand. In een geladen sfeer onderhandelen ze nu, onder toezicht van de Verenigde Naties. Uit verschillende landen, werden waarnemers gezonden.
De oliekoningen stellen zich vooral tegen ons land op, met het verwijt van sympathie voor Israël. Het afsnijden van een hartader van onze economie, de olie, zou onze welvaart zeer kunnen schaden, al is er nu nog niets van merkbaar. Maar volgens de minister president kan dat drastisch gaan veranderen.
Daarom beleven we nu al drie, vier weken een autoloze zondag. We moeten bezuinigen op het gebruik van licht en warmte, krijgen de raad om gordijnen te sluiten, feestverlichting te minimaliseren. En of de autobestuurders niet meer dan 80 of 100 km willen rijden.
In zo'n wereld leven we, verkeren we in ons huis. Buiten sneeuwt het af ten toe. Volgens de weerkaart was deze nacht de koudste 1 decembernacht van deze eeuw.