dagboekfragment uit 1947
De tekenaar is 38 jaar
De hoofdmoot van wat ik de vorige maand deed, was de grote plaat voor de Christelijke Landarbeidersbond. Deze bracht ik in vier kleuren zelf op steen bij drukkerij Dieperink op het Prinseneiland.
Daar trof me de schilderachtige omgeving en sfeer van dat met een koninklijke naam genoemde stukje oud stadsschoon. De Oud-Hollandse buurt met z'n pittoreske gevels herinnert aan de prinselijke fluwelen hoed en de kanten kraag, hoe ook de buurt een verwaarloosde en verarmde bevolking bergen mag.
Er droomt wat tussen die oude pakhuizen. Ieder met een eigen gezicht leunen de oude, smalle, hoge huizen tegen elkaar aan. Prachtig weerspiegelen ze in het water rondom.
De schilder Knip maakte in deze omgeving mooie dingen, zo vertelde me de veelzijdige tekenaar en tekstschrijver Halsema met wie ik bij drukkerij Dieperink kennis maakte.
Met grote vaart werkt deze man. Ik zag een en ander bij hem dat me werkelijk met verbazing vervulde vanwege de vlotheid en veelzijdigheid. Iemand die het juiste midden weet te houden, die aanvaardbare dingen maakt, afgestemd op de graad van ontwikkeling van z'n klanten: de doorsnee-man die een familiefeest organiseert, een etalage inricht, een briefhoofd voert, een verlovingskaart of een geboorteaankondiging gebruikt. En dat alles vlot, zonder scrupules en met lef neergesmeten.
Hij was begonnen met een opleiding als lakschrijver bij Vroom & Dreesman, waar hij de vaart te pakken had gekregen. De selfmade man werkt gemakkelijk en veel en verdient ruim, zonder hoge artistieke aspiraties. Hij heeft een breed lachende kop en is een enthousiaste verschijning.
Zo'n ontmoeting blijkt ook een confrontatie. Hij vertelde iets van de 'binnenkant' van zijn bestaan. Dit maakte me stil. Deed me weer eens zien dat een gevolgtrekking uit de uiterlijke verschijning niet altijd zomaar opgaat. Zo'n opgewekte en voorspoedige kerel over zo grote innerlijke strijd te horen klagen, verwonderde me.