simon carmiggelt herfstbloemen colijn en de AR Buthdijk, Axel buurman Millenaar de molen van Cappon pioenrozen moeder Krina   DE TEKENAAR   aan de Amstel PCB-kalender Kuiphof meneer Visser


terug naar start

dagboekfragment uit 1959

De tekenaar is 50 jaar
Het was een van de laatste stralende zomerdagen van dit overzonnige jaar. Elke dag weer, maanden aaneen, stond die wijde stolp van klaar blauw als een tropische hemel over ons. Ik kwam niet uitgekeken.

Ik had een paar schetsboeken gekocht en maakte met Jan H een bromfietsrit naar Marken. Daar doken we in dat wonderlijke wereldje, een typische stukje Nederland in het water dat door de nieuwe weg aan het vasteland uit zijn isolement wordt losgetrokken.
Ik had de schildersezel bij me en zette aan de zeedijk, al wat laat op de dag, nog een schetsje op. Een groepje Marker huisjes stond aangevlijd tegen de dijk met wijkende dijklijnen. In het spiegelgladde watervlak van het IJsselmeer was hier en daar een wit zeil en een donker silhouet van een schip.

Na een half uur slaap ergens aan de zeedijk bij Monnickendam, greep ik de tekenstift en van vijf tot zeven uur haalde ik enthousiast m'n hart op. Zonder aarzeling ging m'n ezel de grond in en m'n in oostindische inkt gedoopte lucifershoutje op het papier om iets van de prachtige aanblik van het 17e-eeuwse kerkgebouw vast te leggen. De meest fantastische kleuren begeleidden de ondergaande zon.

Het was donker toen we op de bromfiets, huiverig in onze jassen door de koude avond naar huis reden.
Op het Rembrandtplein keek ik even rond, terwijl Jan bij de fietsen bleef. Een dame ging poseren voor een sneltekenaar. Hij vroeg aan mij: "Mag ik u zo, met uw sigaar in uw mond, even nemen?"
"Mag ik dan proberen de dame te tekenen?"
O ja, dat mocht. Ik deed het met zijn flomaster. En het was nog aardig ook. Het model wou de tekening graag hebben.
Die nacht ging het met de slaap heel goed.