simon carmiggelt herfstbloemen colijn en de AR Buthdijk, Axel buurman Millenaar de molen van Cappon pioenrozen moeder Krina   DE TEKENAAR   aan de Amstel PCB-kalender Kuiphof meneer Visser


terug naar start

dagboekfragment uit 1928

De tekenaar is 19 jaar

Iets van de onbekende toekomst heeft zich ontsluierd! Mijn adres is nu: Ferdinand Bolstraat 16, Eindhoven! Wat is dat plotseling in zijn werk gegaan.
Twee weken geleden was broer Piet naar Eindhoven vertrokken om er te gaan werken. Bij mijn baas in Axel was het met het werk gedaan. Verleden week kreeg ik bericht dat ik in Eindhoven kon komen werken.
Ik heb er niet lang over nagedacht. Mijn studie moet ik laten varen, want 'daar komt op kosthuis toch niks van', schreef Piet. Voor het te betalen kostgeld heb je geen eigen kamer waar je werken kunt.

Thuis had ik een werkloze winter voor ogen, waarin ik misschien weer moest gaan leuren en portrettekenen. Weer zou een periode van piekeren aanbreken over de vraag hoe ik m'n tijd het meest productief kon maken. Meteen heb ik dus besloten om te gaan, nadat ik enkele regelingen getroffen had door de telefoon.
In Eindhoven kwam ik in een rooms kosthuis; plotseling was ik in een heel vreemde omgeving. Mijn werk gaat me best af. Het eten is goed. Op het werk - net als overal - moeten we jachten en jagen om het aangenomen werk op de kortst mogelijke tijd klaar te krijgen. Mooi en goed werk maken komt niet in de eerste plaats, geld verdienen is het voornaamste. Wat een koude materialistische geest heerst in de bloeiende Philipsstad.

"Heb je deze morgen niet meer gedaan dan deze vijf kasten? Kijk eens hier, dat is ongeveer vijf vierkante meter. Je verdient ƒ 0,50 per uur, je hebt daar vier uur aan gewerkt. Dat is dus gemiddeld per vierkante meter vijftig cent. Voor 19 jaar verdien je al wat veel. Ik kom pas van een bouw, waar jongens van jouw leeftijd ƒ 0,40 verdienen.."
Ik had mijn best gedaan, echt goed doorgewerkt. Komt de baas met zoiets. Het bloed stijgt me naar de wangen. Met alle kracht die in mij is, probeer ik mijn eer te herstellen, die ik door die woorden van die ruwe man geschonden voel.
Tenslotte moet ik tot de conclusie komen dat ik dit niet zo teer moet opnemen. Dit is niet anders dan het gewoon aanzetten van een knecht door de baas om van dat loon en van die knecht zoveel te halen als er van te halen is.

Veertien dagen ben ik nu in Eindhoven. Wat zijn ze omgevlogen, die eerste twee werkweken bij de nieuwe baas en in de nieuwe omgeving. Met het werk gaat het reusachtig. Heerlijk is het om als 19-jarige jongen per week een loon van ƒ 25,25 te mogen ontvangen.
De baas is aardig voor me geweest de voorbije week. Als hij me eenmaal kennen gaat, hoop ik dat een scène zoals ik hierboven beschreef nooit meer zal voorkomen. Ik doe al mijn best om werkelijk mijn loon te verdienen. Indien ik 'lijn trok', was ik een dief. Daarom deed het me zeer dat de baas de eerste dagen zo tegen me sprak.