antiautoritaire opvoeding
Wilhelm Reich |
Summerhill |
Vera Schmidt |
Reimut Reiche |
Theodor Adorno |
Mensen hebben de drang, de behoefte om twee oerdriften te bevredigen: seksualiteit en agressie. Die twee hangen samen. Als je de eigen seksualiteit van kinderen van jongs af aan onderdrukt, gaat daarbij die kinderlijke seksualiteit niet verloren, maar haar kracht gaat zich op een andere manier uiten, in agressie, in neuroses en irrationeel gedrag.Ouders moeten de kinderlijke seksualiteit aanvaarden, zo propageert Reich. Dat kinderen nieuwsgierig zijn naar de geslachtsdelen van de eigen en andere kunne, dat ze die bekijken, dat ze seksuele gevoelens kunnen hebben, is oké. Maar let op, zegt Reich, aanvaarden is iets anders dan tolereren. Bij tolereren van seksualiteit verbiedt je het niet meer, je zegt er niets van, je kijkt de andere kant op. Je tolereert het dat kinderen zich verdiepen in piemels, vagina’s, borsten en billen. Maar met tolereren ben je er niet, want eigenlijk staat tolereren gelijk aan het ontkennen van de seksualiteit van het kind.
Het duidelijkste gevolg van die (seksuele) onderdrukking is angst en onzekerheid. Het kind laat zich gezeggen en onderwerpt zich aan de vele verboden en geboden. Het wordt bang eigen initiatieven te ontplooien.
Dat is alleen maar goed en zeer effectief voor de instandhouding van de heersende klasse. Zo zal een leerling op school zonder kritiek aannemen wat de meester zegt en zal de arbeider zich later gemakkelijker onderwerpen aan het geestdodende leven in de fabriek.
Men moet de op het ogenblik in kleine kringen gebruikelijke tolerante instelling van de opvoeder zien als ontkenning van de seksualiteit. Het kind ondervindt tolereren als het onbestraft laten van iets wat eigenlijk verboden is. En enkel tolereren of toestaan van het seksuele spel biedt geen enkel tegenwicht tegen de overgrote maatschappelijke druk. Het uitdrukkelijk en ondubbelzinnig aanvaarden van het kinderlijk geslachtsleven door de opvoeder kan dan ook de basis worden van seksueel stimulerende bestanddelen van de Ich-structuur (...). Het praatje dat men het aan de kinderen moet overlaten, is niets anders dan af willen van de verantwoordelijkheid. (...) Tussen tolereren en aanvaarden van seksualiteit ligt de maatschappelijk-seksuele barrière. Seksualiteit aanvaarden betekent de barrière overschrijden.Als kindertjes ‘doktertje’ spelen, en elkaar onderzoeken, juist ook op de zogenaamde intieme plaatsen, kun je dat streng afstraffen, zoals de ouders van de protestgeneratie deden. Je kunt de andere kant opkijken en het tolereren, wat volgens Reich de kinderen aanvoelen als: we doen iets niet goed. Maar beter is om het gewoon als kinderlijk geslachtsleven te accepteren. Ga er op natuurlijke wijze op in, geef duidelijk aan wat goed of leuk is, maar ook – net als bij andere opvoedingsthema’s – waar de grenzen liggen en waarom die grenzen er zijn.
Intermezzo:
Volgens het VPRO-programma "The sunny side of sex" krijgen jonge mensen (meisjes) in Kenia hun seksuele opvoeding van hun tantes. Meisjes worden door haar geleerd welke mogelijkheden er zijn op dit vlak, hoe ze kunnen genieten van seks, hoe ze met de man kunnen omgaan. Hier wordt niets getolereerd, hier wordt het kinderlijk geslachtsleven ondubbelzinnig aanvaard als erbij horend.
Wellicht zal zo'n onafhankelijk meisje geleerd hebben dat seks niet iets is dat je aan een groep jongens kunt verkopen voor een blikje limonade. Misschien zal een jongen minder behoefte hebben om seks en macht aan elkaar te verbinden.
"Vrije kinderen zijn geen opstandige rebellen. Vrijheid maakt geen rebellen, maar tolerantie.Neill wilde een omgeving scheppen waarin kinderen zo veel mogelijk zichzelf konden zijn. Hij was ervan overtuigd dat kinderen van nature goed zijn en hij meende dat deze ‘goedheid’ te vaak werd ondermijnd door de pogingen van volwassenen om kinderen op een onnatuurlijke wijze te vormen. De goedheid die Neill wilde stimuleren doelde op een aangeboren vermogen om zich te ontwikkelen tot emotioneel open en sociaal verantwoordelijke individuen. Het is de vrijheid, zo verklaarde hij, waardoor kinderen in contact kunnen blijven met hun aangeboren goedheid en er in hun persoonlijke ontwikkeling uit kunnen putten.
Naar mijn mening is het kind van nature verstandig en realistisch. Aan zichzelf overgelaten en zonder beïnvloeding door volwassenen ontwikkelt het kind zich in overeenstemming met zijn mogelijkheden."
De Noord-Ierse vechtster voor burgerrechten Bernadette Devlin en haar vijf broers en zussen mochten zonder vragen geld pakken en kopen wat ze wilden. Als het geld op was en de week was nog niet om, werd er honger geleden. Dat laatste gebeurde sporadisch. De kinderen voelden zich al snel schuldig als ze te veel hadden uitgegeven.Uit: Bernadette Devlin, The price of my soul (autobiografie, 1969)
De kapitalistische maatschappij is gericht op het bevredigen van schijnbehoeften. In Nederland wordt ook over dit thema stevig gediscussieerd. Sommige antiautoritaire ouders benadrukken dat je als ouders goed op moet letten niet in te gaan op schijnbehoeften. Je kunt eten om je honger te stillen; dat is een primaire behoefte. Maar je kunt ook 'gastronomisch' eten. In het eerste geval wordt een behoefte bevredigd, in het tweede geval is er altijd wel iets nog lekkerder en is er geen bevrediging. Een kind moet in z'n opvoeding ervaren dat er ware behoeften en schijnbehoeften zijn. Die laatste categorie hoef je niet te bevredigen.
In autoritaire samenlevingen past, volgens Adorno, het individu zich sociaal aan; hij vindt er plezier in om te gehoorzamen. Op een passieve wijze aanvaardt hij de macht der feiten, het lot, de plicht, een hogere wil. Tegelijk heeft hij ook het gevoel deel te hebben aan de macht.Opvoeding die aanpassing nastreeft door middel van discipline en hardheid is volgens hem inhumaan. Waar men volgens Adorno naar moet streven in de opvoeding is: De kracht tot bezinning, tot zelfbeschikking, tot het niet-meedoen.
De autoritaire persoonlijkheid identificeert zich enerzijds met autoritaire leiders wier bevelen hij klakkeloos opvolgt en aan de andere kant vertoont ook hijzelf een soort autoriteit. Hij wil tegelijkertijd zich aan autoriteit onderwerpen én heeft de wens zelf autoriteit te bezitten.
Zulke mensen laten zich door de massa of door de groep opslorpen, vertonen primitief gedrag en hebben vooroordelen. Het wordt in de hand gewerkt door onwetendheid; domme mensen weten niet wat ze met feiten moeten aanvangen. Mensen die zich blindelings in het collectieve invoegen, doen afstand van hun vrije wil. Daarbij worden ze bereid anderen als een vormloze massa te behandelen.
Zulke fascistische persoonlijkheden slagen er niet in een onafhankelijk autonoom geweten tot ontwikkeling te brengen. Autonomie of mondigheid is iets dat gevormd moet worden. Mondigheid komt mensen niet aanwaaien. De sociale omgeving, vooral die van de kindertijd, heeft een zeer grote invloed op het tot stand komen van de persoonlijkheid. Hoe belangrijk is dus opvoeden!?
We moeten ons in de eerste plaats bezig houden met de analyse van de huidige maatschappij, inclusief haar invloed op het opvoeden. Alleen zo kunnen we nieuwe opvoedingsmethoden ontwikkelen.Een opvallend theoretische benadering vind je in een artikel van Jacques Meerman in de Groene Amsterdammer van juli 1970. Dit artikel staat stijf van Marx, productiemiddelen, pre-kapitalistische fase, heersende klasse, fiscale beperkingen, neokolonialistische oorlogen, het kindercollectief en nog veel meer.
Een paar maanden geleden verscheen Sunschrift 34 over 'antiautoritaire en socialistische opvoeding'. Het betreft een aantal artikelen van Nederlandse en Duitse herkomst, die heel goed laten zien hoe het antiautoritaire denken zich heeft ontwikkeld, en waar de ideologische meningsverschillen liggen.In de Volkskrant van april 1970 schrijven enkelen over de Duitse Kommune II, waar veel ideeën vandaan gehaald worden, over de opvoeding van kinderen in de Kommune:
Meerman schrijft vervolgens over de voorlopers, Vera Schmidt en Wilhelm Reich.
Een andere Nederlandse theoreticus, Harrie Teunissen, zegt in datzelfde SUN dat de antiautoritaire opvoeding geen indoctrinatiecursus in verzet is. De politisering van het kind vindt niet plaats met dwang of manipulatie. Nee, het kind moet zelf zijn eigen belangen leren verdedigen in een autoritaire kapitalistische maatschappij. De ouders helpen het kind om de opgeroepen agressie tegen zo'n maatschappij richting te geven.
Dat is wel wat anders dan wat Erik van de Hoeven ook in SUN schrijft, voor wie - volgens Meerman - antiautoritaire opvoeding niet meer lijkt te zijn dan een toverdoosje waar je wat begrippen als vrijheid, geluk en spontane strevingen ingooit, en zie: daar komt de waarlijk vrije samenleving tevoorschijn. Voor Erik geen strategische problemen, geen economische uitbuiting, geen derde wereld, volgens Jacques.
In de oude maatschappij was het traditionele gezin de belangrijkste socialisatieplaats van het kapitalistiese machtssiesteem. Het socialisatieproces kan en mag door een kommune niet worden overgenomen. Het hele idee van socialisatie is fout. Je moet kinderen zich niet laten aanpassen. Ze moeten immers autonoom worden. Het is raadzaam de kinderen, zeker tot hun vierde levensjaar, op te voeden in een kollektief.Vanaf het begin wordt er verschillend gedacht over de theorie achter deze manier van opvoeden. Iedereen is weliswaar links en tegen het kapitalisme, maar links kent vele nuances en splintergroeperingen. Aan de ene kant heb je marxistische, leninistische, maoïstische en trotskistische groeperingen en aan de andere kant de meer provoachtige, ludieke, anarchistische stromingen. Met wisselende intensiteit bestuderen ze de theorieën van de grote voormannen.
In de kommune wordt tevens ervaren dat er geen biologies onderscheid tussen mannen en vrouwen bestaat wat betreft hun zin en vaardigheid in koken, dansen, uitkiezen van kleren, en uitingen van de behoefte aan tederheid.
In 1972 vat de redactie van het al genoemde en kort levende STRUKKEL nog eens samen:
Iedereen die van mening is dat de opvoeding voor een kind belangrijk en bepalend is, zal in dit blad herhaaldelijk verwezen worden naar de totaliteit van de structuren waaraan eerst wat moet veranderen, wil men tot een betere en vrijere opvoeding komen. Opvoeden is allerminst een vrijblijvende aangelegenheid. Iedere opvoeder zou verplicht moeten zijn zich een duidelijke opvatting eigen te maken over het doel van opvoeden.
Vooral zij die het inpassen van kinderen in het bestaande productie- en consumptiepatroon niet bepaald als ideaal beschouwen, zullen gebaat zijn bij het toegankelijk maken van (veelal uit het Duits te vertalen) literatuur en theorie over antiautoritaire opvoeding.
De term antiautoritaire opvoeding suggereert dat een zekere eenheid te vinden zou zijn. Maar dat is niet waar. In feite is antiautoritaire opvoeding een verzamelnaam van allerlei gedachtestromingen. Er waren vanaf het begin grote verschillen tussen de mensen die zich antiautoritair noemden en deze verschillen zijn nog toegenomen met de jaren. Er is en wordt nog steeds ongelooflijk veel gediscussieerd, geobserveerd, met andere ouders gesproken, literatuur over opvoeding bestudeerd.Custers vindt het beter om te spreken van 'ervaringsgerichte opvoeding'. Daarbij gaat het erom dat de ervaring van ouders én de ervaring van kinderen basis zijn van wat er tussen hen gebeurt. Om ervaringsgericht om te gaan met kinderen, moet je enerzijds open staan voor de ervaringswereld van het kind en anderzijds leren duidelijk uit te komen voor je eigen ervaringen.
Een logische discussie, vindt Dino R uit Amsterdam. De discussie wordt nu eenmaal gevoed door socialistische principes en liberale uitgangspunten, het doorbreken van klassen en door het idee dat seksuele revoluties tot economische veranderingen leiden. Dat was de theorie van Sexpol, dat werd opgericht in Oostenrijk, 1928, door Wilhelm Reich. Sexpol moest een synthese van de theorieën van Karl Marx en Sigmund Freud formuleren.Zo bestuderen ze de literatuur over opvoeden en praten daarover tijdens de vergaderingen. Steeds meer wordt dat echt antiautoritaire onder woorden gebracht, en in de loop van de tijd wordt dat het begrip waarmee ze naar buiten treden. De ouders van de Prins Konstantijn kiezen al gauw met overtuiging voor de benaming antiautoritair. Landelijk worden alle crèches met deze achtergrond onder die naam bekend, ook al blijft de vraag spelen of de opvoeding niet 'socialistisch' moet heten en zijn.
IntermezzoTenslotte;
Leuk om te weten is dat er al een begrip is ingevoerd in 1965 dat de antiautoritaire ouders niet lijken te kennen: autoritatief opvoeden. Het is bedacht door de Amerikaanse psychologe en pedagoge Diana Baumrind. Zij pleit voor een liefdevolle benadering van het kind, met een open communicatie, het stellen van grenzen, consequente uitleg en aandacht voor het perspectief van anderen. De pedagoog Micha de Winter pleit in 2004 in een advies aan de Wetenschappelijk Raad voor het Regeringsbeleid (2004) voor voor zo'n 'autoritatief opvoeden'.
Je zou dit woord autoritatief kunnen zien als een soort correctie op zowel de autoritaire als op antiautoritair. Grappig eigenlijk dat de antiautoritaire beweging discussieert over de naamgeving van haar opvoedmethode, terwijl zo'n bruikbare begrip 'autoritatief' al bestaat. Is deze opvatting niet doorgedrongen of is het niet sexy genoeg?