Reakties bij verhitting
  1. Wanneer men de te onderzoeken stof in een droge, vuurvaste buis verhit heeft dat soms tot gevolg dat de stof gaat ontleden. De stof heeft dan dus geen smeltpunt/kookpunt. We spreken van thermolyse.
    Soms kun je daarbij waarnemingen doen die duidelijk informatie geven over de stof die je onderzoekt en kun je konklusies trekken over de aard van die stof. Je moet de zuivere stof eerst voorzichtig en daarna sterk verhitten in een vuurvaste buis en goed opletten:
    Als er waterdamp vrij komt, kan dat betekenen dat de stof een gehydrateerd zout was zoals kopersulfaat of soda, maar ook kan de stof een hydroxide geweest zijn.
    voorbeelden:
    • CuSO4.5H2O (blauw) CuSO4 (wit) + 5H2O(g)
    • Cu(OH)2(s)(blauw) CuO(s)(zwart) + H2O(g)
    • 2CuOH(s)(groen) Cu2O(s)(roodbruin) + H2O(g)
    • 2AgOH(s)(bruin) Ag2O(s)(zwart) + H2O(g)
  2. Als er na sterke verhitting een zwarte troep overblijft, (verkoling) betekent dit dat de onderzochte stof koolstof bevatte en dat dus de kans groot is dat het een organische stof was, een stof uit de koolstofchemie.
    C6H12O6(s) > C(s) + gassen (o.a.H2O, CO2, CxHy)
  3. Sommige zouten gaan bij verhitting over in het metaaloxide en é én of meer gassen. Zo kunnen uit bijvoorbeeld nitraten de zogenaamde 'nitreuze dampen' ontstaan en uit carbonaten vormt zich koolzuurgas.
    • Pb(NO3)2(s)(wit) PbO(s)(oranje) + NO2(g) + NO(g) + O2(g) (bruine nitreuze dampen)
    • CaCO3(s)(wit) CaO(s)(wit) + CO2(g)


Dit gedeelte van het analytisch onderzoek is zeer scheikundig van aard in die zin dat er chemische reakties worden uitgevoerd.
Elke stof heeft door zijn chemische structuur en samenstelling de mogelijkheid bepaalde reacties te vertonen die alleen bij die stof behoren (alleen edelgassen vertonen helemaal geen reacties.
Als dan tijdens die reacties iets zichtbaar wordt zoals een kleur, een gas, een neerslag, warmte of iets anders, dan kan een onderzoeker daaruit conclusies trekken omtrent de aard van de stof.