Vetten, Lipiden, Glyceriden

In de natuur komen we vetten vooral tegen in dierlijk vet en plantaardige olie. Die twee kunnen heel goed dienen als voedsel voor mens en dier.
Ze vormen zich in een condensatieproces van gycerol met vetzuren. Glycerol heeft drie OH-groepen en als die alledrie meedoen aan het condensatieproces heten de producten: "triglyceriden".


Als we hier over lipiden spreken, beperken we ons tot plantaardige oliën en dierlijke vetten en dat die allemaal een vergelijkbare basisstructuur hebben:

tri-esters van glycerol (1,2,3-trihydroxipropaan) en vetzuren;


In het dagelijks leven is het verschil tussen vet en olie volkomen duidelijk (in elk geval vloeibaar en vast).
Achter dit verschil gaat een chemisch verschil schuil: onverzadigde en verzadigde vetzuren.
De onverzadigde stoffen zijn veel vloeibaarder (olie) en de verzadigde zijn vast (vet).






Eén molecuul glycerine verbindt zich met drie moleculen vetzuur. Ze vormen dan één molecuul lipide (vet of olie).
Daarnaast ontstaan ook drie moleculen water. In het voorbeeld zal het wel om een olie gaan.