Biochemie

Over de scheikundige processen in levende wezens.
Het geheel en de samenhang van al die reacties in een levend wezen noemen we ook wel: het metabolisme.
Het gaat vooral over het maken én het afbreken van al die stoffen die een mens, een dier of een plant nodig heeft of juist kwijt wil.
In de biochemie treden heel veel "organische" verbindingen op - het woord zegt het al - van eenvoudig tot buitengewoon ingewikkeld.
Opvallend is dat zo'n 95% van alle stoffen in het menselijk lichaam opgebouwd zijn uit de elementen waterstof, koolstof, zuurstof en stikstof.
Verder is net zo goed opvallend dat datzelfde lichaam voor meer dan de helft eenvoudigweg water is.
De meest specifieke onderwerpen zijn: De sacchariden, de proteïnen, de vetten en de nucleínezuren; ook wel genoemd: koolhydraten, eiwitten, vetten en DNA/RNA.

Een interessante website over inleiding in enkele biochemische onderwerpen vind je hier

In principe komen we in de biochemie net zulke reacties tegen als in de algemene scheikunde en zeker als in de koolstofchemie. Denk daarbij met name aan zuur-base reacties, redoxreacties, hydrolyse, condensatie en polymerisatie.

Zomaar een voorbeeldtekst uit de biochemie:
IJzer komt het menselijk lichaam binnen in de vorm van ionen, via voeding. Het Fe3+ kan zich omzetten in Fe2+ in zuur milieu en met een reductor, bijvoorbeeld ascorbaat. Het Fe2+ komt de pancreas binnen bij een pH van 7 en waar Fe2+ weer Fe3+ wordt. Transferrine transporteert Fe3+; Ferritine slaat de IJzerionen op. Heem bevat Fe2+.