1 | de kloppende reactievergelijking: N2(g) + 3H2(g) à 2NH3(g) |
2 | we moeten de reagentia berekenen en we kennen de producten, dus alle stoffen doen mee aan de berekening:
N2(g) + 3H2(g) à 2NH3(g) |
3 | Molverhouding: 1 : 3 : 2 of liever gezegd:
3 mol waterstof reageert met 1 mol stikstof en vormt 2 mol ammoniak.
|
4 | 3 mol waterstof reageert met 1 mol stikstof en vormt 2x17 = 34 gram ammoniak
van de 1000 gram product is 978 gram zuivere ammoniak; er wordt dus 978 g ammoniak gevormd in plaats van 34 gram. De factor is dus 978/34 = 28,8. |
5 | kortom: 28,8x3 = 86,4 mol waterstof reageert met 28,8x1 = 28,8 mol stikstof en vormt 28,8 x 34 = 1000 gram 97,8%ammoniak. |