Opdracht 07-23
Stikstof en Waterstof reageren in een directe reactie met elkaar en vormen het product ammoniak, in een industriele reactor met katalysator.
Er vormen zich 1000 gram product (ammoniak) met een rendement van 97,8%
De molecuulmassa van ammoniak = 17,0
Hoeveel mol reagens zijn nodig.


Antwoord:
1 de kloppende reactievergelijking:  N2(g) + 3H2(g) à 2NH3(g)
2 we moeten de reagentia berekenen en we kennen de producten, dus alle stoffen doen mee aan de berekening: 
N2(g)   +   3H2(g)   à   2NH3(g)
3 Molverhouding: 1 : 3 : 2    of liever gezegd:

3 mol waterstof reageert met 1 mol stikstof en vormt 2 mol ammoniak.

4 3 mol waterstof reageert met 1 mol stikstof en vormt 2x17 = 34 gram ammoniak
van de 1000 gram product is 978 gram zuivere ammoniak; er wordt dus 978 g ammoniak gevormd in plaats van 34 gram.
De factor is dus 978/34 = 28,8.
5 kortom: 28,8x3 = 86,4 mol waterstof reageert met 28,8x1 = 28,8 mol stikstof en vormt 28,8 x 34 = 1000 gram 97,8%ammoniak.