Opdracht 06-11
In de negentiende eeuw ontstond een speciale theorie over vuur. Men voerde een nieuw begrip in: "flogiston". Dit zou een zeer vluchtige stof zijn die ontsnapt uit een brandende stof. Zo heel gek is dat niet gedacht, want als je iets verbrandt zie het verschrompelen tot as.
Later werd deze theorie verworpen doordat er proeven gedaan werden. In die proeven hebben ze het gewicht bepaald van stoffen voor en na de verbranding. De gedane waarnemingen, observaties, bevestigen absoluut niet het bestaan van zoiets als 'flogiston'; integendeel.
Probeer de redenering van dat bewijs te geven.
Antwoord
Stel dat er onderzoek gedaan wordt met 5 gram hout. Dat wordt in een weegschaaltje gelegd en continu gewogen, ook tijdens de verbranding. Je begrijpt dat er alleen wat as overblijft.
Het gewicht van die as is veel minder dan 5 gram, dus zo gek was het niet dat men vroeger dacht dat er iets verdween tijdens die verbranding.
Maar tegenwoordig weet men dat er gasvormige stoffen ontstaan (ook al zie je die niet). In dit geval ontstaat er veel kooldioxide en waterdamp.
Ze hebben toen de proef zo gedaan dat alle producten, dus koolzuurgas, water en as, verzameld worden en gewogen. Wat blijkt dan?
Het gewicht van het koolzuurgas + het water + de as is duidelijk méér dan 5 gram. De producten zijn dus zwaarder dan de oorspronkelijke vijf gram hout. Er zal dus geen massa verdwijnen tijdens een verbranding.
Eventjes heeft men nog gedacht aan een ontsnappende stof met negatief gewicht, maar dat vonden de meeste wetenschappers toch te vergezocht.
Later is ontdekt dat bij de verbranding zuurstof ook een reagens is, die mee reageert.
Als je dan de 5 gram hout + het benodigde zuurstof weegt en dat vergelijkt met de totale massa van de producten, dan blijkt dat gelijk te zijn.