Opdracht 03-19
Een watermolecuul heeft geen lineaire structuur, maar is driehoekig. Dit kleine verschil heeft grote gevolgen in onze wereld.
Beschrijf kort die gevolgen..


Antwoord:
Als het watermolecuul lineair was, dus de twee H- en het O-atoom allemaal op één lijn, dan zou het molecuul als geheel niet polair zijn; geen dipool zijn.
Dan zouden de moleculen veel en veel minder onderlinge aantrekking op elkaar uitoefenen dan in werkelijkheid het geval is met de driehoekige watermoleculen.
Zonder die aantrekkingskrachten zouden de watermoleculen (ze zijn zeer klein en licht) geen vloeistof, maar een gas vormen, net als kooldioxide.
Oftewel, er zouden geen zeeën zijn, geen rivieren, geen regen, geen leven.