Automatische bloedglucosedetector
Het vond het leuk om mee te doen aan de ‘innovatie challenge’, een
wedstrijd georganiseerd door De Nederlandse Orde van Uitvinders (NOVU). Bij het
doorlezen van de twee opties (‘iets voor de fiets’ of ‘iets voor de bloedprik’)
leek het me logisch om over de fiets na te denken, want ik ben altijd fietser
geweest. Toch bleef mijn aandacht haken bij de bloedprikker, omdat ik meteen
iets voor-de-hand-liggends zag.
Overigens ben ik geen suikerpatiënt en heb ik nog nooit met een
bloedprikker gewerkt. Ook ken ik niemand in mijn omgeving die ik het heb zien
toepassen. Op internet vond ik volledige beschrijvingen van dat apparaat en
inderdaad, je moet een prikpen toepassen, tegen je vinger houden en ontspannen,
etc. Dat kan voor ouderen of gehandicapten lastig zijn.
Het voor-de-hand-liggende ontwerp
dat ik voor me zie, moet al bedacht zijn; ik kan me niet voorstellen dat het
nog niet bestaat. Maar toch zag ik het niet bij de aanbiedingen. Ik heb niet
gekeken bij bestaande octrooien e.d. Ik dien mijn ontwerp gewoon in,
verwachtend dat het antwoord zal zijn: het is al bedacht.
Helaas kwam zelfs dat antwoord niet. Er kwam helemaal geen
antwoord, geen reactie op het idee. Daarom zie ik af van zoiets als
geheimhouding, octrooi-aanvraag of zoiets. Ik zet het gewoon op internet. We
zien wel.
Ik zie een min of
meer robuust apparaatje stevig op tafel staan, rond of vierkant maakt niet uit,
klein (bijvoorbeeld: 6 cm hoog, 6 cm breed en 6 cm diep, zie schetsje), maar
toch zwaar, zodat het niet zomaar wegschuift. Het heeft aan de voorkant
halverwege een horizontaal plateautje met een daaraan grenzend schuin oplopend
gedeelte waarin een afleesschermpje. Op het plateautje zijn twee eenvoudige
houdertjes gemonteerd waarin een meetstrip kan worden geschoven.
De voorkant is grotendeels
open, met ruimte om snel een gebruikte jenner (het eigenlijke prikpennetje) te
verwijderen, en een schone jenner te plaatsen. De houder kan heel eenvoudig
naar buiten worden gedraaid, de oude jenner pak je er uit; ze worden magnetisch
op hun plaats gehouden.
Met een schuifknop of een
wieltje (rechts) kan de prikafstand worden geregeld. Links zit een handeltje
dat je naar beneden drukt om net genoeg kracht te leveren te leveren voor het
prikken (afstelbaar). Als eenmaal links en rechts goed zijn aangepast aan de
behoefte van de gebruiker, hoeft dat daarna niet meer.
De patiënt legt nu op de aangewezen
plaats (halverwege op dat stripje) zijn vinger en drukt even door. Een
prikpennetje schiet los, prikt een miniem gaatje in de vinger die wat bloed
afgeeft, meteen opgenomen door het stripje. De meting van de glucose wordt
meteen gedaan en kan binnen seconden worden afgelezen op het schermpje (op het
schuine gedeelte). Eventueel kan het apparaatje automatisch verbonden worden
met een diabetencentrum ergens, waar de waarden worden bijgehouden.
De meetstrip moet een
ondoorlaatbare onderlaag hebben, zodat bloed niet meegenomen wordt naar
beneden. Voor de meting van de glucosewaarde volg ik de bestaande
glucosemeters. Die doen dat binnen tien seconden. Deze apparaatjes bevatten
uiteraard een batterijtje (maar misschien is ook een directe verbinding met
stopcontact mogelijk en oplaadbare batterijen). Ook zit er natuurlijk een chip
in het kastje en een computertje houdt precies bij of er volgens het bedoelde
schema is geprikt en waarschuwt als dat niet zo is, of geeft instructies. Wie
weet kan het automatisch verbinden met de glusocekliniek die deze patiënt volgt
om gegevens door te geven. Voor mensen met slecht zicht zou ook de suikerwaarde
gesproken kunnen worden. Dan is een luidsprekertje nodig.
Amsterdam, 4 april 2014